WET IV UIT HET JAAR 1978
OVER HET WETBOEK VAN STRAFRECHT

(beknopte versie)

Hoofdstuk XV

Delicten tegen het staatsbestuur, de rechterlijke macht en verstoring van de openbare orde

Titel I

Delict tegen verkiezingen, referendum en volksinitiatief

§211. Degene die tijdens verkiezingen, een referendum of volksinitiatief, die vallen onder de wet aangaande de procedures rond de verkiezingen 
a) in overtreding met de regels van de aanbevelingsprocedure ondersteuning verwerft d.m.v. geweld, bedreiging, misleiding of betaling,
b) een handtekening voor het kunnen houden van een referendum of volksinitiatief verwerft d.m.v. geweld, bedreiging, misleiding of betaling,
c) stemt zonder daartoe gerechtigd te zijn,
d) zijn handtekening zet zonder daartoe gerechtigd te zijn, valse gegevens vermeldt,
e) iemand, die daartoe gerechtigd is, verhindert bij deelname aan de verkiezingen of referendum, of d.m.v. geweld, bedreiging, misleiding of betaling probeert te beïnvloeden,
f) het kiesgeheim bij de verkiezingen, resp. het referendum schendt,
g) het resultaat van de verkiezingen, referendum, resp. volksinitiatief vervalst,
die begaat een misdaad en kan met een gevangenisstraf oplopend tot drie jaar gestraft worden.

Hoofdstuk XVII

Economische delicten

Titel I

Delicten tegen economische plichten en het economisch bestel

Computerfraude

§300/C. 

(1) Degene die zich in strijd met de wet bevoordeelt of hiermee schade aanrichtend het resultaat van geautomatiseerde gegevensverwerking d.m.v. veranderingen in het programma, wissen, het invoeren van foutieve of onvolledige gegevens, respectievelijk andere, niet toegestane handelingen beïnvloedt, die begaat een misdaad en kan met een gevangenisstraf oplopend tot drie jaar gestraft worden.

(2) De straf

a) is een vrijheidsstraf oplopend tot vijf jaar, indien de computerfraude aanzienlijke schade aanricht;

b) is een vrijheidsstraf van twee tot acht jaar, indien de computerfraude heel grote schade aanricht;

c) is een vrijheidsstraf van vijf tot tien jaar, indien de computerfraude heel aanzienlijke schade aanricht.

(3) Degene die de in lid (1)-(2) beschreven daad begaat met gebruikmaking van een elektronische kaart, die dient voor de benutting van openbare telefoondiensten respectievelijk openbare mobiele telefoondiensten of d.m.v. verandering van het programma van de microcomputer van een openbare mobiele telefoon, pleegt ook computerfraude.